Welles, nietes

Speel samen het discussiespel

Wordt er bij jullie thuis vaak gediscussieerd? Waarover en wie voert dan het hoogste woord? Lukt het nog om naar elkaar te luisteren en je standpunt goed te onderbouwen?  In de Joodse traditie hoort discussiëren er helemaal bij. Met deze opdracht uit de Samenleesbijbel kunnen jullie oefenen.

Je hoeft de NOS-app maar te openen en je ziet dat er over van alles verschillend wordt gedacht. Om over Twitterberichten en comments onder social media berichten nog maar te zwijgen. Het is iets heel Nederlands om je mening te pas en te onpas te geven. Dat is niet altijd behulpzaam in een discussie en alleen al daarom is het goed om dit te oefenen met je kinderen.

Tegelijkertijd is discussiëren van alle tijden. Jezus groeide op in de Joodse traditie en daar is discussiëren de manier om het geloofsgesprek te voeren. Ook de apostel Paulus deed hier graag aan mee. In het Bijbelboek Handelingen, hoofdstuk 15 zie je een mooi voorbeeld hoe er flink gediscussieerd wordt over een moeilijk onderwerp: de besnijdenis.
Lees met elkaar Handelingen 15:1-5

Joden en niet-Joden

De eerste christenen waren Joden die geloofden dat Jezus de beloofde Messias was. Zij hielden zich nog steeds aan alle Joodse wetten, en gingen op zaterdag naar de synagoge. Je kunt hen ‘Joodse christenen’ noemen. Maar er kwamen ook steeds meer mensen die niet eerst Jood waren voordat ze in Jezus gingen geloven. Je kunt hen ‘niet-Joodse christenen’ noemen. Door deze twee groepen ontstaan er verschillen en soms ook grote ruzies.
Vooral over de besnijdenis ontstond een grote discussie. In de Joodse wet stond dat alle jongetjes van acht dagen oud besneden moesten worden. Dat was een teken dat ze bij het volk van God hoorden. De eerste christenen waren Joden, en die waren dus besneden. Toen er steeds meer niet-Joodse christenen kwamen, ontstond er een discussie of zij wel of niet besneden moesten worden.

Discussiespel

In de Samenleesbijbel vind je bij dit Bijbelgedeelte de volgende opdracht. Jullie gaan oefenen met discussiëren, maar let op: geen ruzie maken.

Je hebt nodig:

• Petten en mutsen

Opdracht:

Pak allemaal een pet of een muts.

Lees om de beurt een van de stellingen hieronder. Als je het met de stelling eens bent, doe je de pet of muts op, en als je het er niet mee eens bent, niet. Probeer je mening goed te beargumenteren met zinnen als: ik ben het hiermee eens / oneens, omdat … 

• Iedereen is welkom bij ons thuis, ook als je niet weet hoe je je moet gedragen.
• Als je ergens gaat wonen, moet je er snel voor zorgen dat je erbij past.
• Als je zegt dat je van God houdt, mag je nooit meer iets verkeerds doen.
• Het maakt voor God niet uit hoe je eruitziet of wat je doet. Als je maar in Hem gelooft.