Aansluiten bij de ontwikkeling van 0-2 jarigen

In de eerste drie levensjaren gebeurt er veel in de ontwikkeling van kinderen. Van hulpeloze baby’s groeien ze op tot eigenwijze peuters. Wat gebeurt er op het gebied van geloofsontwikkeling?

Baby’s, dreumesen en peuters ontdekken de wereld door hun zintuigen te gebruiken en door te spelen. Ze ontwikkelen zich door te voelen, horen, zien, proeven, ruiken, en door te doen. Ze merken dat wat ze doen gevolgen blijkt te hebben, bijvoorbeeld wanneer een kind met zijn hand tegen een bal aan komt en ziet dat de bal wegrolt.

Ook de taal van jonge kinderen ontwikkelt zich in kleine stapjes; met woordjes en kleine zinnetjes, waarbij het begrijpen sneller gaat dan zelf praten. Peuters maken grote sprongen in hun taalontwikkeling. Zij leren ook door veel te vragen. Jonge kinderen zijn heel gevoelig voor sfeer, veiligheid en vertrouwen. 

Liefde & vertrouwen

De allerkleinsten hebben nog geen Godsbesef, alleen dat wat recht voor hun neus gebeurt, is echt. Als je vertelt dat God van hen houdt, dan brengen ze dat in verband met jou. Want jij zegt ook dat je van hen houdt. Ook als je met de Bijbel en geloof aan de slag gaat, is die veilige sfeer, de liefde en het basisvertrouwen dat je meegeeft heel belangrijk. Op schoot samen een boekje lezen, aanwijzen, benoemen, zingen – dat zijn kostbare momenten waarop jonge kinderen de Bijbel kunnen beleven en gaan ontdekken.

Voor boekjes geldt: contrast, dus zwart-wit of met heldere, primaire kleuren, zien de hele kleintjes het beste. Wanneer kinderen iets groter zijn, kun je – thuis of op de peutergroep in de kring – eenvoudige verhalen vertellen, samen platen bekijken, liedjes zingen en spelletjes doen.

Beleving speelt steeds een grote rol, ook voor dreumesen en peuters. Maak het actief, heb plezier samen en houd rekening met de beperkte aandachtsspanne van jonge kinderen. 

Tips en ideeën:

• Bij het verhaal van de schepping: ga naar buiten en voel de warmte van de zon en de wind door jullie haar. Ga zitten in het gras en laat het kriebelen, wijs vlinders aan, aai de poes en kijk naar de eendjes.
• Benoem bij alles dat God het mooi heeft gemaakt.
• Psalm 150 staat in het teken van muziek maken voor God. Maak samen muziek met instrumentjes of gewoon door te klappen en de stampen, te dansen en te zingen. 
• Laat poppen en knuffels meespelen in het verhaal: als dieren in de ark van Noach, als baby Jezus die een flesje krijgt, of als bezoek bij Jozef en Maria in de stal.