De dromen van Jozef
Stap 9 – Route 1
Zet elke een week stap in de Samenleesbijbel en ervaar dat kinderen van 8-12 jaar zelf de Bijbel gaan ontdekken!
Lees samen het Bijbelgedeelte en bespreek de vragen of doe het opdrachtje. Bij elke stap vind je verschillende soorten verwerkingen zodat elk kind aangesproken wordt in zijn of haar leervoorkeur
De dromen van Jozef
Wat hiervoor gebeurde
Hiervoor heb je kunnen lezen over Abraham en Isaak. Nu gaat het verhaal verder met Jakob, de zoon van Isaak.
Genesis 37: 1-11
Jozef en zijn broers
1-2Nu volgt het verhaal over Jakob en zijn familie. Jakob was gaan wonen in het land Kanaän, net als zijn vader. Zijn zoon Jozef was zeventien jaar. Hij hielp vaak zijn broers als ze op de schapen en de geiten pasten. Jozef was een zoon van Rachel, en zijn broers waren zonen van Jakobs vrouwen Bilha en Zilpa. Als er slechte dingen over de broers gezegd werden, vertelde Jozef dat steeds door aan hun vader. 3Jozef was geboren toen Jakob al oud was. Daarom hield Jakob meer van hem dan van zijn andere zonen. Hij maakte voor hem een prachtige jas met allerlei mooie kleuren. 4De broers merkten wel dat hun vader het meest van Jozef hield. Daarom hadden ze een hekel aan Jozef. Ze praatten nooit met hem.
Jozef heeft bijzondere dromen
5Op een keer had Jozef gedroomd. Hij vertelde de droom aan zijn broers. Toen kregen ze een nog grotere hekel aan hem. 6Want Jozef zei: ‘Moet je horen wat ik gedroomd heb. 7We waren op het land aan het werk. We bonden het gemaaide koren bij elkaar in bossen. Opeens ging mijn bos koren rechtop staan. Toen kwamen jullie bossen koren om mij heen staan en ze maakten een diepe buiging voor mijn bos koren.’ 8De broers zeiden tegen Jozef: ‘Denk jij soms dat je koning wordt? Dat je over ons kunt regeren?’ Toen hij over die droom vertelde, kregen ze een nog veel grotere hekel aan hem. 9Later kreeg Jozef weer een droom. Hij vertelde ook die droom aan zijn broers: ‘Ik droomde dat de zon, de maan en elf sterren een diepe buiging voor mij maakten.’ 10Jozef vertelde die droom ook aan zijn vader. Maar die zei boos: ‘Wat is dat voor een droom! Je denkt toch niet dat je moeder, je broers en ik voor jou zullen buigen?’ 11Jozefs broers waren jaloers op hem. Zijn vader dacht nog vaak aan die dromen.
Dromen
In dit verhaal heeft Jozef twee dromen. Later in zijn leven krijgt hij opnieuw met dromen te maken. Daarover kun je lezen in de volgende verhalen (kijk maar in Route 1 Stap 13 en 14, Genesis 40 en 41).
In de Bijbel komt het vaak voor dat mensen dromen hebben. In die dromen laat God bijzondere dingen zien over de toekomst. Voorbeelden van andere mensen in de Bijbel die dromen krijgen, zijn Abraham, Daniël en Jesaja.
De jas van Jozef
In de verhalen over Jozef kom je op allerlei momenten de jas van Jozef tegen. Steeds speelt die jas een belangrijke rol. Beleef de avonturen van Jozefs jas maar mee!
In dit eerste verhaal maakt Jakob een prachtige jas met allerlei mooie kleuren voor zijn zoon Jozef. Jakob geeft die jas om te laten zien hoeveel hij van Jozef houdt. Maar daardoor worden Jozefs broers jaloers op Jozef. En dat loopt niet goed af.
Wie is de baas?
Jozef is in zijn dromen de baas over zijn broers. Dat vinden zijn broers niet leuk. Hoe vind jij het als een ander de baas over jou wil zijn? En hoe voelt het als je zelf de baas bent? Daar kom je achter door de volgende opdracht te doen.
Oprdacht
Iedereen mag om de beurt drie minuten lang de baas spelen. Als je de baas bent, mag je de anderen opdrachten geven die zij moeten uitvoeren. Je kunt hen bijvoorbeeld je schoenen laten poetsen, drinken voor je laten halen, je nek laten masseren enzovoort.
- Hoe vond je het als een ander de baas over jou was?
- Hoe vond je het om zelf de baas te zijn?
Jaloers
- Hoe denken de broers over Jozef? Hoe vaak wordt daar iets over gezegd in de Bijbeltekst?
- Waarom hebben de broers een hekel aan Jozef? Noem drie dingen.
- Stel dat jij één van Jozefs broers was, wat zou jij dan van Jozef vinden? Waarom?
- Denk je dat de dromen van Jozef zullen uitkomen? Waarom wel of niet?
- Op welke dingen van jouw broertje of zusje (of van een vriendje of vriendinnetje) ben jij wel eens jaloers?