Hoofdinhoud

De farao wil pasgeboren jongetjes doden

Stap 21 – Route 1

Zet elke een week stap in de Samenleesbijbel en ervaar dat kinderen van 8-12 jaar zelf de Bijbel gaan ontdekken! 

Lees samen het Bijbelgedeelte en bespreek de vragen of doe het opdrachtje. Bij elke stap vind je verschillende soorten verwerkingen zodat elk kind aangesproken wordt in zijn of haar leervoorkeur

De farao wil pasgeboren jongetjes doden

(On)gehoorzaam

Let op: Voer deze opdracht uit voordat je de bijbeltekst gaat lezen. Lees de opdracht niet zelf door, maar laat hem door één van je ouders of een andere volwassene lezen. De volwassene moet de opdracht leiden.

Opdracht:

Geef één van de kinderen een opdracht die niet leuk is voor een andere aanwezige. Deel bijvoorbeeld aan iedereen iets lekkers uit, en zeg tegen het bewuste kind dat hij of zij dat lekkers van één van de anderen moet afpakken en het dan zelf moet opeten. Vertel het kind dat hij of zij een beloning krijgt als hij of zij de opdracht netjes uitvoert.

Als de opdracht uitgevoerd is, bespreek dan met de kinderen het volgende:

  • Hoe reageerde het kind dat de opdracht uitvoerde?
  • Moet je altijd gehoorzaam zijn aan iemand die de baas over je is? Moet dat ook als die persoon je iets vraagt dat niet goed is?

Exodus 1:15-22

De farao laat de jongens doden

15Op een dag liet de farao de Israëlitische vroedvrouwen bij zich komen. Zij heetten Sifra en Pua. 16Hij zei tegen hen: ‘Als een Israëlitische vrouw een kind krijgt, moet je goed opletten. Als het een jongetje is, moet je hem doden. Als het een meisje is, mag ze blijven leven.’ 17Maar de vroedvrouwen deden niet wat de farao gezegd had. Ze lieten de jongetjes leven. Want ze hadden eerbied voor God. 18De farao liet de vroedvrouwen weer bij zich komen. Hij vroeg: ‘Waarom doen jullie niet wat ik wil? Waarom laten jullie de jongetjes leven?’ 19De vroedvrouwen antwoordden: ‘De Israëlitische vrouwen zijn anders dan de Egyptische vrouwen. Ze zijn zo sterk! Ze krijgen hun kind al voordat wij erbij zijn.’ 20Zo kwamen er steeds meer Israëlieten. God zorgde ook goed voor de vroedvrouwen. 21Omdat ze eerbied voor hem hadden, gaf hij hun ook kinderen. 22Toen zei de farao tegen zijn hele volk: ‘Alle pasgeboren jongetjes van de Israëlieten moeten in de Nijl gegooid worden. De meisjes mogen blijven leven.’

Vroedvrouwen

Vroedvrouwen waren vrouwen die hielpen als een moeder van haar kind ging bevallen. Tegenwoordig noem je ze ‘verloskundigen’.

  • Doen de vroedvrouwen wat de farao wil? Waarom wel, of waarom niet? En wat vind je daarvan?
  • Ben jij zelf wel eens ongehoorzaam geweest omdat je een ander daarmee kon helpen? Wat heb je toen gedaan?

God beschermt zijn volk

God beschermt de Israëlieten en soms laat hij mensen daarbij helpen. In dit verhaal zijn dat de vroedvrouwen. Kijk maar eens welke mensen God in de volgende verhalen gebruikt om de Israëlieten te beschermen.

Beleef waardevolle gezinsmomenten met de Samenleesbijbel

Samenleesbijbel

€ 59.95

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Hidden
Hidden
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.