Hoofdinhoud

Groepjes: Besties vanaf dag één

Dat er overal groepjes zijn, ontdek je pas als je zelf niet bij zo’n groepje hoort. Vanaf dag één van het nieuwe schooljaar groepen er een stuk of zes meiden automatisch bij elkaar. Ze noemen elkaar ‘besties’ en als je net op die eerste schooldag niet de moed hebt om jezelf er tussen te drukken, zal het nooit jouw groepje zijn.
Het gebeurt ook in de kerk. Opeens, wanneer tieners een jaar of dertien zijn, willen ze niet meer bij ouders zitten, maar zoeken ze hun rij op de galerij. Uit het zicht van de volwassenen, verlangend naar autonomie en een eigen groep. Als je assertief genoeg bent, of als je binnen die groep een ‘bestie’ hebt, hoor je erbij. Je schuift bij de anderen in de bank en maakt deel uit van het groepje: jouw groepje.

Maar beneden, bij de ouders, zitten de anderen. De ‘kat-uit-de-boom-kijkers’. De tieners die wel willen, maar zichzelf daar niet tussen durven te persen. De jongeren die niet gevraagd worden, en dus niet bij het ‘groepje’ horen. Groepjes maak je niet, groepjes worden gevormd. Het gebeurt gewoon en je hoort erbij … of niet.

Soms zijn er ouders die met lede ogen aanzien hoe hun oogappel geen ‘bestie’ heeft, en dus niet automatisch meegetrokken wordt wanneer er groepjes worden gevormd. Ouders die subtiel hun tiener een zetje geven en het er tussen laten komen, zonder teveel woorden, maar met ogen die zeggen: ‘Hier, hier is er nog één. Neem hem op, laat haar erbij. Ze is er één van jullie!’

Een handje helpen … of juist niet?

Het kan goed gaan, het kan fout gaan. Uiteindelijk moet het kind het zelf doen: dat plekje veroveren en er tussen komen, daar in die rij op de galerij.
Bij ons in de kerk zijn jeugdwerkers die dit zien gebeuren. Jeugdwerkers die de leiding nemen en groepjes laten vormen bij hen thuis. Tieners worden uitgenodigd na de dienst, en met cola en chips wordt een appgroep gemaakt met de naam ‘kerkgroep’. Een groep waar niemand vanaf de zijlijn hoeft toe te kijken omdat toevallig het groepje al gesloten is.
Een kerkgroep waar de jeugdleider de groepsbeheerder is, waar een tentenkamp wordt georganiseerd in een weiland of een kampvuuravond achter het huis, voor iedereen.
Jeugdleiders die gaan in het voetspoor van hun Meester: Jezus, Die ons leert dat iedereen van waarde is. Ondanks dat is de praktijk vaak weerbarstiger, ook in de kerk.
Wat een jeugdleider kan, lukt op de scholen vaak niet. Er is meer afstand tussen docenten en leerlingen als tussen jeugdleiders en jongeren. De docent kan in de les aandacht geven aan pesten, aan buitensluiten of aan groepsvorming in het algemeen. Maar in die appgroepen zitten ze niet. In de aula zijn ze er niet bij en in het fietsenhok na schooltijd zijn de meeste scholieren de lessen van hun mentor al vergeten.

Het doet pijn, of het is fijn

Wanneer ik terugdenk aan mijn eigen tienertijd, had ik ook groepjes waar ik bij hoorde. Ik besef nu hoe vaak ons groepje gesloten was, en we hadden niet eens WhatsApp. Je hoorde erbij, of niet. Ik probeerde soms echt die buitengeslotene te zien. Eén op één zag ik naar haar om en gaf ik haar mijn aandacht. Maar het vergoedde niet dat zij er in het groepsproces buiten viel. Ik wist niet hoe ik het moest aanpakken als ik zelf binnen de groep overeind wilde blijven. Het kon niet allebei.
Het doet pijn. Groepjes doen pijn.
Voor diegene die erbij hoort is een groepje fijn, maar niet voor degene aan de zijlijn.
Laat dàt nou net mijn tiener zijn.

Doortje is getrouwd en (pleeg)moeder van jongeren. Zij is schrijver en schreef eerder columns voor Eva.

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Hidden
Hidden
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.