4 tips om moeilijke Bijbelverhalen wél met je kind te lezen

Het griezelt in Nederland en Vlaanderen: Halloween staat weer op de kalender. Dit feest roept elk jaar veel reacties en discussie op. De een houdt deze onderwerpen het liefst bij kinderen weg. De ander vindt dat niet nodig of juist onwenselijk.

Het is natuurlijk niet hetzelfde, maar ook in de Bijbel staat een flink aantal verhalen waar je bang van kunt worden: alle mensen behalve Noach en zijn gezin sterven een verdrinkingsdood, God vaagt hele steden weg, David verslaat Goliat niet alléén met z’n slinger en steen maar snijdt ook z’n hoofd af met een zwaard… En wat te denken van de kruisdood van Jezus? Kun je – en wil je – je kinderen daar ook bij uit de buurt houden? Of is er een manier om ook de moeilijke kanten van Bijbelverhalen met je kind te delen? Met deze 4 tips van theoloog en pedagoog Maartien Hutter kun je moeilijke Bijbelverhalen toegankelijker maken voor kinderen.

Tip 1: Kijk goed naar je kind

Elk kind is verschillend en ook wat hij of zij aan kan verschilt per persoon. Leeftijd is daarbij een belangrijke factor. Jonge kinderen denken heel concreet en kunnen verhalen en werkelijkheid moeilijk van elkaar onderscheiden. Enge dingen kunnen bij hen dan ook ‘harder’ binnenkomen. Oudere kinderen kunnen al abstracter denken en een situatie vanuit verschillende perspectieven benaderen. Ook het karakter van je kind speelt een rol in welke verhalen – of welke manier van vertellen – geschikt zijn. Het ene kind is gevoeliger dan het andere. Let erop hoe je kind informatie verwerkt en of hij of zij vragen durft te stellen wanneer iets onduidelijk of (te) spannend is. Vaak kunnen kinderen zelf goed aangeven wat ze wel en niet willen horen of lezen.

Tip 2: Ga op zoek naar de kern van het verhaal

Sommige Bijbelverhalen lijken eng, maar gaan in de kern niet over geweld en dood. Ga samen met je kind op zoek naar die kern van het verhaal. Stel er vragen over of deel je eigen gedachten. Ook als je het zelf een lastig verhaal vindt, waarvan je de boodschap niet helemaal begrijpt, mag je dit eerlijk vertellen aan je kind. Kortom: laat een spannend verhaal vooral een gezamenlijke zoektocht naar betekenis worden.

Tip 3: Creëer ruimte voor een open gesprek

In het verlengde van tip 2: praat met elkaar over de mooie en moeilijke kanten die een verhaal bij je kind oproept. Denk er samen over na. Bijvoorbeeld hoe de ervaring van de hoofdpersoon geweest zal zijn (het perspectief van het verhaal), wat wij zouden doen als we in zo’n situatie terecht zouden komen (ons eigen perspectief) of waar de personen in het verhaal ondanks de moeilijkheden toch God voor zouden kunnen danken (het perspectief van God en geloof). Stel open vragen en zorg voor een veilige setting waarin voldoende tijd en rust is. Denk vooral ook aan de uitgangspunten van kindertheologie, wanneer je gesprekken over de wat moeilijkere Bijbelverhalen voert.

Tip 4: Zet het verhaal naast andere Bijbelteksten

Soms helpt het ook om troostrijke Bijbelpassages naast spannende verhalen te zetten, zoals een (deel van een) psalm. Zo weten kinderen dat de Bijbel méér is dan de spannende verhalen, en vooral een boodschap van liefde en hoop kent.

Op zoek naar meer informatie over dit onderwerp? Lees ook de blog Welke verhalen vertel je en welke niet?

Deze blog is geschreven aan de hand van een eerder verschenen blog van Maartien Hutter op debijbel.nl.