De broers ontmoeten Jozef opnieuw
Stap 17 – route 1
Zet elke een week stap in de Samenleesbijbel en ervaar dat kinderen van 8-12 jaar zelf de Bijbel gaan ontdekken!
Lees samen het Bijbelgedeelte en bespreek de vragen of doe het opdrachtje. Bij elke stap vind je verschillende soorten verwerkingen zodat elk kind aangesproken wordt in zijn of haar leervoorkeur
De broers ontmoeten Jozef opnieuw
Wat hiervoor gebeurde
De broers van Jozef zijn weer teruggegaan naar huis, maar zonder Simeon. Jozef heeft zijn dienaren de opdracht gegeven om stiekem geld in de graanzakken van zijn broers te leggen. Als de broers het geld ontdekken, schrikken ze enorm.
Thuis vertellen ze aan hun vader dat Simeon alleen wordt vrijgelaten als ze Benjamin meenemen naar Egypte. Eerst geeft Jakob daar geen toestemming voor, maar als de honger in Kanaän steeds erger wordt, vindt hij het toch goed dat Benjamin meegaat. Dan vertrekken de broers opnieuw naar Egypte om graan te halen.
Genesis 43:15-34
De broers komen in het paleis
17De dienaar nam de broers mee. 18Maar de broers werden bang, omdat ze naar het paleis gebracht werden. Ze zeiden: ‘Het gaat natuurlijk om het geld dat de vorige keer in onze zakken lag. Daarom nemen ze ons mee. Straks grijpen ze ons. Dan pakken ze onze ezels af en dan moeten we slaven worden.’ 19Daarom zeiden de broers bij de ingang van het paleis tegen de dienaar: 20‘Neem ons niet kwalijk, heer. Wij zijn hier al een keer eerder geweest om graan te kopen. 21-22Op de terugweg stopten we om te gaan slapen. Toen vonden we ons geld weer in de zakken met graan. Het was precies zo veel als we voor ons graan betaald hadden. We weten niet wie dat geld erin gedaan heeft. Maar we hebben het nu weer bij ons. En we hebben ook geld om nog een keer graan te kopen.’ 23De dienaar zei: ‘Het is goed. Wees maar niet bang. Want ik heb het geld wel gekregen. Waarschijnlijk heeft jullie God een schat in jullie zakken gedaan.’ Toen liet de dienaar Simeon halen. 24En hij liet de broers binnen in het paleis. Hij gaf hun water om hun voeten te wassen. En hij gaf de ezels te eten. 25De broers legden hun geschenken voor Jozef klaar. Want ze hadden gehoord dat ze ’s middags met Jozef zouden eten.
Jozef huilt als hij Benjamin ziet
26Toen Jozef thuiskwam, gaven de broers hun geschenken aan hem. Ze maakten een diepe buiging. 27Jozef vroeg: ‘Hoe gaat het met jullie? De vorige keer hebben jullie verteld over jullie oude vader. Hoe gaat het nu met hem? Leeft hij nog?’ 28De broers antwoordden: ‘Onze vader leeft nog. Het gaat goed met hem.’ En ze maakten nog een keer een diepe buiging. 29Toen zag Jozef zijn broer Benjamin staan. Hij vroeg: ‘Is dat jullie jongste broer, over wie jullie verteld hebben?’ En hij zei tegen Benjamin: ‘God zal goed voor je zijn, jongen.’ 30Jozef was erg ontroerd toen hij Benjamin zag. Hij voelde dat hij moest huilen. Hij liep vlug weg, naar een andere kamer. Daar huilde hij. 31Daarna waste hij zijn gezicht en ging hij weer terug. Jozef was nu weer rustig. Hij zei tegen zijn dienaren dat ze het eten binnen moesten brengen.
Jozef eet met zijn broers
32De dienaren brachten Jozef eten aan zijn eigen tafel. De broers zaten aan een andere tafel. Er waren ook Egyptenaren bij de maaltijd, maar die hadden ook een eigen tafel. Want Egyptenaren vonden het afschuwelijk om aan één tafel te zitten met Hebreeërs. 33De tafel van de broers stond tegenover die van Jozef. De broers kregen een plaats precies in de volgorde van hun leeftijd, van de oudste tot de jongste. Ze waren daar erg verbaasd over. 34De dienaren brachten eten van Jozefs tafel naar de broers. Benjamin kreeg steeds vijf keer zo veel als de anderen. Ze dronken ook wijn, samen met Jozef. En ze werden allemaal dronken.
De tweede ontmoeting
- Waarom zijn de broers bang als ze naar het paleis gebracht worden?
- Hoe is het voor Jozef om zijn broers weer te zien? Waaraan kun je dat merken?
- Tijdens de maaltijd herkennen de broers Jozef nog steeds niet. Er gebeuren twee bijzondere dingen. Welke twee dingen zijn dat? Waarom zou Jozef die dingen doen?
Tien zakken met geld
Hier zie je de graanzakken van de tien broers. In elke zak zit geld. Op de munten staan getallen. Er is ook steeds een munt zonder getal. Kun jij ontdekken welk getal ontbreekt?
Oplossing
De oplossing vind je helemaal onderaan dit artikel.
Beleef waardevolle gezinsmomenten met de Samenleesbijbel
Oplossing
zak 1: 8; zak 2: 20; zak 3: 40; zak 4: 9; zak 5: 90; zak 6: 4; zak 7: 15; zak 8: 80; zak 9: 22; zak 10: 35