Goede voornemens voor geloofsopvoeding: haalbare tips voor drukke gezinnen
‘Soms ben ik bang dat ik op een gegeven moment te laat ben om ze iets van het geloof mee te geven. Snap je wat ik bedoel?’
Aan het woord is een vader die ik als onderzoeker sprak. Mijn onderzoek richtte zich op hoe kinderen en jongeren leren geloven. Ik sprak ook met groepjes ouders over hun gezinsrituelen en de uitdagingen van geloofsopvoeding. Veel ouders worstelden met de hectiek in hun gezin, waardoor geloofsopvoeding vaak in de verdrukking kwam.
Opvoeden in de hectiek
Als onderzoeker luisterde ik vooral naar hun verhalen, maar als moeder herkende ik het natuurlijk heel goed. Zelf ben ik opgegroeid met de traditie om rond de maaltijden uit de Bijbel te lezen en die traditie vind ik waardevol. Maar de praktijk is weerbarstig. ‘Mama, we moeten nog Bijbellezen.’ ‘Sorry, geen tijd, anders zijn we te laat op school.’ Of wat dacht je van sportafspraken of op verschillende tijden, waardoor je niet eens meer tegelijk aan tafel zit? En ieder jaar neem ik me voor op een creatieve manier aandacht aan Advent te besteden. Maar door alle sinterklaasdrukte ben ik altijd allang blij als het op tijd gelukt is om vier kaarsen in dezelfde kleur te scoren waarmee ik een simpele adventsschaal in elkaar kan flansen.
Een verantwoordelijke taak
Voor sommige ouders zal het bij deze constatering blijven: het leven is gewoon hectisch en daardoor schiet geloofsopvoeding er weleens bij in. Maar de meeste ouders uit het onderzoek wilden het graag anders en deden daartoe af en toe ook dappere pogingen. Het geloof in God was namelijk in het leven van deze ouders het fundament en dat wilden ze ook graag aan hun kinderen doorgeven. Ze waren zich sterk bewust van de verantwoordelijkheid die ze daar zelf in hadden en voelden zich daarom tekortschieten. Ik herkende me erin en jij misschien ook wel.
Vier tips
Juist richting het einde van het jaar, is het mooi om je onbehagen om te zetten in een goed voornemen. Omdat goede voornemens vaak stranden, deel ik vier tips.
1. Kies een haalbaar voornemen.
Je kunt je natuurlijk voornemen om elke dag na de maaltijd Bijbel te lezen. Maar als dat voornemen al vijf keer gestrand is, kies dan iets haalbaarders. Misschien lukt het wel drie keer per week, waarbij je twee keer per week een stap uit de Samenleesbijbel doet. Zijn je voornemens te ambitieus, dan is de kans groot dat je het vervolgens helemaal laat versloffen.
2. Focus op wat jij belangrijk vindt.
Wil je dat je kind ontdekt dat de Bijbel ook in hun eigen leven relevant is, je kind het mysterie van God ervaart, geloof praktisch maakt door zorg voor anderen of wil je het een basis aan christelijke liederen meegeven? Kies een voornemen dat aansluit bij wat jij belangrijk vindt. Hoe meer je achter je voornemen staat, hoe beter je het volhoudt.
3. Doe het samen met andere ouders.
Bespreek met andere ouders wat zij lastig vinden in geloofsopvoeding.Herkenning en lachen om elkaars gestuntel werkt bevrijdend. Je kunt ook inspiratie opdoen. Zo vertelde ik bijvoorbeeld tegen een moeder dat ik ’s ochtends standaard een paar minuten tekortkom en het Bijbellezen er daardoor nogal eens bij inschiet. Zij vertelde dat ze om precies dezelfde reden niet meer uit de (kinder)Bijbel las maar ’s ochtends een week lang met de kinderen dezelfde Bijbeltekst opzei. Wat een handige tip voor een avondmens als ik!
4. Ontdek God in het alledaagse.
Geloofsopvoeding is meer dan ‘het gouden kwartet’ bidden, Bijbellezen, zingen en naar de kerk gaan. Het is belangrijk dat onze kinderen hiermee vertrouwd raken en ritmes ontwikkelen. Maar geloofsopvoeding vindt ook plaats in het alledaagse leven. God is er ook bij een gevulde tafel, wapperende was en het voeren van eendjes. Hij is er als je agenda of je huis ontploft, je onredelijk bent of de kinderen ruzie maken. Dit zijn momenten om samen te leren van vergeving en te oefenen in dankbaarheid. Goede voornemens kunnen zich ook richten op deze geleefde kant van geloof.
Mijn goede voornemen
Mijn eigen goede voornemen? Wij hebben kinderen in ‘twee leggen’. De oudste twee zijn volwassen, de jongste twee peuteren en kleuteren. Met onze oudste kinderen baden we voor het slapengaan, maar we leerden ze niet zelf Bijbel te lezen. ‘Dat gaan we nu anders doen,’ namen we ons voor. Tot nu toe bleef het bij een voornemen. Maar als ons zoontje in januari vijf wordt, gaan we starten. Ideeën en inspiratie van andere ouders zijn welkom!
Corina Nagel-Herweijer is getrouwd en samen met haar man heeft ze vier zoons van 19, 17, 4 en 2 jaar oud. In haar werk houdt ze zich als trainer, onderzoeker, schrijver en ontwikkelaar met geloofsopvoeding bezig.