Herrie of heilig
Meestal zitten we lang aan tafel vanwege de kleintjes, maar vandaag nemen de grote jongens alle tijd voor hun maaltijd. Ondertussen tikt de tijd door en ik zie op de klok dat we ‘het kritische moment’ gepasseerd zijn. Dat ligt zo rond 18.45 uur. Na die tijd is de kans erg groot dat een (of twee) van de kleintjes in huilen uitbarst(en) en ook niet meer ophouden: overprikkeld en moe.
Om de vaart er een beetje in te houden pak ik alvast de Bijbel. Wat mij betreft een goede gewoonte na de maaltijd. Vaak leest mijn man of ik, maar bij zijn afwezigheid leg ik vandaag leg de Bijbel voor onze zeventienjarige neer. Ik weet dat hij het geen probleem vindt om hardop voor te lezen. Terwijl ik in mijn ooghoek zie dat onze tweejarige inmiddels zijn papschaaltje aan het leeglikken is, vertel ik hem welk Bijbelgedeelte we volgens het Bijbels dagboekje moeten lezen. ‘Nee toch, niet weer dat verhaal!’ verzucht hij. ‘Dat kan ik nu onderhand wel dromen. Dan kun je nog beter Psalm 151 lezen.’
Halleluja
Terwijl ik het papschaaltje van onze peuter afpak, daag ik hem uit: ‘Nou, doe die maar dan!’ Ik ben wel benieuwd wat hij bedenkt. Hij bladert wat in de Bijbel en begint. Uit Psalm 149 en 150 leest hij steeds om de beurt een regel voor. Aan het begin is het vooral grappig. Maar gaande het lezen zijn we steeds verraster hoe goed die Psalmen in elkaar te schuiven zijn. En juist door zijn creatieve Bijbellezing luisteren we een stuk beter naar de tekst. ‘Oké, en dan gaat Psalm 149 nog een stuk door. Maar dat is samen te vatten met “Halleluja”!’, zo eindigt onze zoon. Je kunt gekker eindigen.
Herrie
Ondertussen had ik in het dagboekje gezien dat het stukje toelichting op het Bijbelgedeelte niet echt in jubelsferen was. We lezen daarom ook nog maar het ‘goede’ Bijbelgedeelte. Dat had ik beter niet kunnen doen. Onze peuter begint onbedaarlijk te krijsen en houdt ook niet meer op. Gelukkig heeft onze zeventienjarige een flink harde stem, dus die doet er gewoon al voorlezend een flink aantal decibellen bovenop. De oudste reageert nu ook: ‘Nou, dit was echt voor niemand te verstaan. Dus je kunt het beter nog een keer voorlezen.’ Ondertussen is hij niet te beroerd om op te staan om de speen en de tuttel van zijn broertje te pakken, zodat de rust weerkeert.
De herhaling laten we zitten. Dan hebben we het maar niet goed gehoord. Dat verhaal over het manna kennen we inderdaad wel. Ik lees het stukje uit het dagboek voor. We vinden het alle drie een slecht stukje, omdat het helemaal niets met het opgegeven Bijbelgedeelte te maken heeft. Het doet ons eerder denken aan Psalm 51. ‘Met mijn Psalm 151 zat ik dus zo gek nog niet, hè?’ reageert onze zoon.
Danken
‘Ga maar danken’, zeg ik tegen de tweejarige. Natuurlijk moet ik hem nog grotendeels helpen. Terwijl we nog bezig zijn komt onze vierjarige tussendoor. ‘Nee, ik mag eerst. Het is nog niet donker!’ En hij bidt snel tussendoor: ‘Here dank U voor dit eten, om Jezus’ wil amen.’ De peuter reageert vandaag gewillig: ‘Nee, nog niet donker’, waarna hij zijn gebedje opnieuw begint. We hebben namelijk wekenlang strijd gehad over wie er als eerste mocht bidden of danken. Onze kleuter heeft toen zelf regels bedacht. Hij mocht eerst als het licht was en zijn broertje mocht eerst als het donker was. Hij blijkt hierin een ware Jakob en hij heeft al een paar keer de regels aangepast toen hij doorhad dat hij daardoor vaker eerst mocht.
‘Nou, jij hebt nog niets gedaan, zegt de zeventienjarige tegen zijn oudste broer. Dank jij dus maar.’ De kleintjes houden zowaar even hun mond. Ik geniet van de paar tellen rust en van onze zoon die bidt en dankt. ‘Uit!’ roept de peuter zodra het amen klinkt. Ik maak zijn tuigje los en til hem uit de kinderstoel.
Ondertussen mijmer ik nog even door over deze hectische maaltijdafsluiting. Was dit nu herrie of was het heilig? Perfect was het in ieder geval niet en een opvoedcoach heeft vast een set opvoedtips voor me paraat. Ook theologisch is er van alles op aan te merken. En toch, midden in alle herrie proefden we iets van het heilige. Het was niet zomaar herrie, het was heilige herrie. Ook jou wens ik met je kinderen, midden in de dagelijkse chaos, veel momenten van heilige herrie toe.
Corina Nagel-Herweijer is getrouwd en samen met haar man heeft ze vier zoons van 19, 17, 4 en 2 jaar oud. In haar werk houdt ze zich op als trainer, onderzoeker, schrijver en ontwikkelaar met geloofsopvoeding bezig.