Jozef komt in de Gevangenis
Stap 12 – Route 1
Zet elke een week stap in de Samenleesbijbel en ervaar dat kinderen van 8-12 jaar zelf de Bijbel gaan ontdekken!
Lees samen het Bijbelgedeelte en bespreek de vragen of doe het opdrachtje. Bij elke stap vind je verschillende soorten verwerkingen zodat elk kind aangesproken wordt in zijn of haar leervoorkeur
Jozef bij Potifar
Genesis 39-1:23
Jozef wordt verkocht aan Potifar
1Jozef was naar Egypte gebracht. Daar hadden de handelaars hem verkocht aan een Egyptenaar die Potifar heette. Potifar had de leiding over de lijfwacht van de farao. 2De Heer hielp Jozef, zodat het goed met hem ging. Hij mocht in het huis van Potifar werken. 3Potifar begreep dat de Heer Jozef hielp. Want alles wat Jozef deed, ging goed. 4Daarom had hij vertrouwen in Jozef. Jozef werd zijn persoonlijke dienaar. Potifar gaf hem ook de leiding over alles wat er in zijn huis gebeurde. Jozef zorgde voor al zijn bezittingen. 5Vanaf die tijd ging het goed met al het bezit van Potifar, in zijn huis en op het land. Daar zorgde de Heer voor, omdat Jozef bij Potifar in dienst was. 6Potifar liet alles aan Jozef over. Hij bepaalde zelf alleen nog maar wat hij elke dag wilde eten. Verder hoefde hij nergens meer aan te denken. Jozef was heel knap en hij zag er goed uit.
De vrouw van Potifar wil met Jozef naar bed
7De vrouw van Potifar wilde met Jozef naar bed. Ze zei: ‘Kom bij me liggen.’ 8Maar Jozef wilde niet. Hij zei tegen haar: ‘Mijn meester bemoeit zich hier in huis nergens mee. Hij laat mij overal voor zorgen. 9Er is hier niemand die zo belangrijk is als ik. Alles heeft mijn meester mij gegeven. Behalve u, want u bent zijn vrouw. Wat u vraagt, kan ik niet doen. Want dan zou ik iets doen wat God verschrikkelijk vindt.’ 10Elke dag vroeg ze weer of Jozef met haar naar bed wilde. Maar hij deed het niet.
De vrouw van Potifar vertelt leugens
11Op een dag was Jozef in huis aan het werk. Er was verder niemand. 12Toen pakte de vrouw van Potifar Jozef bij zijn kleren en zei: ‘Kom hier, kom bij me liggen!’ Maar Jozef rukte zich los en vluchtte naar buiten. Zijn jas bleef achter bij de vrouw van Potifar. 13De vrouw zag dat Jozef zijn jas had laten liggen, en ze begreep dat hij gevlucht was. 14Ze riep haar dienaren en zei: ‘Mijn man heeft die Hebreeër in huis gehaald. En kijk nou hoe die ons beledigt! Hij kwam bij me en wilde met me naar bed! Maar ik begon hard te roepen. 15Toen liet hij zijn jas liggen en vluchtte naar buiten.’ 16Ze liet de jas van Jozef naast zich liggen totdat haar man thuiskwam. 17Toen vertelde ze hem hetzelfde verhaal: ‘Die Hebreeuwse slaaf van je is bij mij geweest. Hij heeft me beledigd. Hij wilde met me naar bed! 18Maar ik begon hard te roepen. Toen liet hij zijn jas liggen en vluchtte naar buiten.’ 19Toen Potifar het verhaal van zijn vrouw hoorde, werd hij woedend. 20Hij liet Jozef oppakken en naar de gevangenis van de farao brengen. Zo kwam Jozef in de gevangenis terecht.
Jozef in de gevangenis
Jozef komt in de gevangenis
21Maar de Heer hielp hem. Hij zorgde ervoor dat de bewaker van de gevangenis vertrouwen had in Jozef. 22De bewaker gaf hem de leiding over de andere gevangenen en over het werk dat zij deden. 23Hij liet Jozef alles doen. De bewaker hoefde zelf nergens meer aan te denken. Want de Heer hielp Jozef, en daardoor ging alles goed wat Jozef deed.
Pieken en dalen
- Hoe gaat het met Jozef als hij nog maar net in Egypte is? Hoe komt dat?
- Waardoor komt Jozef in de gevangenis terecht?
- Hoe merkt Jozef dat God in de gevangenis nog steeds voor hem zorgt?
- Het leven van Jozef kent veel pieken en dalen. Kun jij uitleggen wat daarmee bedoeld wordt?
- Wanneer zou Jozef gemerkt hebben dat God bij hem was: tijdens de pieken of in de dalen?
- Heb jij ook wel eens in een ‘dal’ gezeten, omdat er dingen gebeurden die je moeilijk vond? Noem eens een voorbeeld.
- Vraag eens aan je ouders of zij iets willen vertellen over hun eigen ‘pieken’ en ‘dalen’. Hebben zij toen iets van God ervaren?
Potifar
In Egypte werd Jozef een knecht van Potifar. Potifar was in dienst bij de farao, de koning van Egypte. Potifar was een belangrijke man, want hij had de leiding over de lijfwacht van de farao. Potifar was verantwoordelijk voor alles wat er in het paleis van de farao moest gebeuren, zoals het huishouden en het klaarmaken van de maaltijden. Hij was ook de baas over de gevangenis waar mensen in terecht konden komen die voor de farao werkten.
Je eigen pieken-en-dalen-lijn
Maak nu je eigen ‘pieken-en-dalen-lijn’. Je mag zelf kiezen over welke tijd in je leven die lijn gaat, bijvoorbeeld over je hele leven tot nu toe, over het afgelopen jaar, de afgelopen maand, of over één dag. De momenten die je niet leuk vond, teken je als een dal. De momenten die je wel leuk vond, teken je als een piek.
De jas van Jozef (4)
De vrouw van Potifar wil met Jozef naar bed, en ze pakt hem beet bij zijn jas. Jozef rukt zich los en rent weg. Potifars vrouw blijft achter, met Jozefs jas nog in haar handen. Dan bedenkt ze een gemeen plan met die jas. Ze liegt tegen Potifar. Ze zegt dat Jozef haar lastig wilde vallen, en dat hij zijn jas toen bij haar heeft achtergelaten. ‘Kijk maar, hier heb ik zijn jas nog!’
Nu is de jas van Jozef alweer gebruikt om iemand mee te bedriegen!