Hoofdinhoud

Jozef wil dat Benjamin zijn slaaf wordt

Stap 18 – Route 1

Zet elke een week stap in de Samenleesbijbel en ervaar dat kinderen van 8-12 jaar zelf de Bijbel gaan ontdekken! 

Lees samen het Bijbelgedeelte en bespreek de vragen of doe het opdrachtje. Bij elke stap vind je verschillende soorten verwerkingen zodat elk kind aangesproken wordt in zijn of haar leervoorkeur

Is er hier een Juda?

Let op: Voer deze opdracht uit voordat je de Bijbeltekst gaat lezen. Lees de opdracht niet zelf door, maar laat hem door één van je ouders of een andere volwassene lezen. De volwassene moet het spel leiden.

Je hebt nodig:

  • plakband
  • een muntstuk
  • stoelen

Opdracht:

Zorg dat iedereen de kamer verlaat. Maak onder één van de stoelen een muntstuk vast met plakband. Laat iedereen dan weer terugkomen en op zijn eigen stoel gaan zitten. Vertel dat er geld van je gestolen is, en dat degene bij wie het geld gevonden wordt, voor straf een vervelend klusje moet doen. Laat iedereen daarna onder zijn stoel kijken. Degene bij wie het geld wordt ontdekt, krijgt een vervelend klusje. Vraag of er iemand is die dit klusje van hem of haar wil overnemen.

In het verhaal dat we gaan lezen, wordt ook iemand vals beschuldigd: Benjamin. Maar Juda wil de straf van Benjamin overnemen.

Wat hiervoor gebeurde

Jozef laat de zakken van zijn broers opnieuw vullen met graan. En opnieuw haalt hij een streek met zijn broers uit. Deze keer zorgt hij ervoor dat zijn zilveren beker in de zak van Benjamin terechtkomt. Benjamin wordt ervan beschuldigd dat hij de zilveren beker gestolen heeft. Voor straf moet hij Jozefs slaaf worden.

Benjamin moet slaaf worden

Genesis 44:14-34

14Juda en de andere broers kwamen weer bij Jozef in het paleis. Ze maakten een diepe buiging voor hem. 15Jozef zei: ‘Waarom hebben jullie dat gedaan? Jullie wisten toch wel dat ik het zou ontdekken? Want ik weet dingen die niemand weet.’ 16Juda zei: ‘Wat moeten we zeggen, heer? Hoe moeten we bewijzen dat we onschuldig zijn? God heeft laten zien dat we schuldig zijn. Nu zullen we uw slaven worden, heer, degene bij wie de beker gevonden is, en wij allemaal.’ 17Maar Jozef zei: ‘Nee, beslist niet! Alleen de man bij wie de beker gevonden is, wordt mijn slaaf. De anderen kunnen teruggaan naar hun vader.’

Juda vertelt over Jakobs verdriet

18Toen stapte Juda naar voren. Hij zei: ‘Neem me niet kwalijk, heer. U bent net zo machtig als de farao. Maar wilt u niet boos op mij worden? Ik wil graag nog iets zeggen. 19U hebt ons de eerste keer gevraagd of we nog een vader of een broer hadden. 20Toen hebben wij gezegd: ‘We hebben nog een oude vader en een jonge broer. Die broer is geboren toen onze vader al oud was. Hij is de enige zoon van de lievelingsvrouw van onze vader, want haar andere zoon is gestorven. Daarom houdt onze vader heel veel van onze jongste broer.’ 21Toen zei u dat we onze jongste broer mee moesten nemen en dat u hem wilde zien. 22Maar wij zeiden dat hij bij zijn vader moest blijven. Want zonder hem zou onze vader sterven. 23En toen zei u dat we echt onze broer mee moesten nemen. Anders mochten we niet meer bij u komen. 24Wij zijn naar onze vader teruggegaan en we hebben hem verteld wat u gezegd had. 25Op een dag zei onze vader dat we weer graan moesten gaan kopen. 26Maar wij zeiden: ‘We gaan alleen als onze jongste broer meegaat. Alleen als we hem meenemen, wil die man ons zien.’ 27Toen zei onze vader: ‘Jullie weten dat ik maar twee zonen van mijn lievelingsvrouw gekregen heb. 28De ene is verdwenen. Hij is vast en zeker door de wilde dieren opgegeten. Ik heb hem nooit meer gezien. 29Nu nemen jullie ook de andere mee. Als er iets met hem gebeurt, zal ik sterven van verdriet.’

Juda wil slaaf worden

30Mijn vader houdt zo veel van mijn jongste broer, heer. Als ik zonder hem terugkom, 31zal hij sterven. Hij is al oud. Hij zal sterven van verdriet. 32Ik heb hem beloofd dat ik voor mijn broer zou zorgen. Ik zei: ‘Als ik hem niet terugbreng, mag u mij dat kwalijk nemen, mijn hele leven lang.’ 33Ach, heer, laat mij toch slaaf bij u worden in plaats van mijn broer. Laat hem weer met mijn andere broers meegaan. 34Ik kan niet naar mijn vader terug zonder mijn jongste broer. Hij zou zo verdrietig zijn! Dat kan ik niet verdragen.’

De beker van Jozef

Bekers zoals die van Jozef werden niet alleen gebruikt om uit te drinken. De Egyptenaren gebruikten zulke bekers ook om er de toekomst mee te voorspellen. Ze vulden de beker met water en lieten er een paar druppels olie in vallen. Ze geloofden dat de kringen die in het water ontstonden, iets konden vertellen over de toekomst.

Veranderd

  • Wat doet Juda om Benjamin te redden?
  • In vers 16 zegt Juda tegen Jozef: ‘God heeft laten zien dat we schuldig zijn.’ Wat zou hij daarmee bedoelen? Waaraan zijn de broers schuldig? En hoe heeft God dat laten zien?
  • Zouden de broers spijt hebben? Heb jij zelf ook wel eens spijt van iets wat je verkeerd deed? Kun je een voorbeeld noemen?
  • Kun je vertellen hoe de broers van Jozef veranderd zijn vergeleken met de eerste verhalen (kijk maar eens in Route 1 Stap 9 tot en met 11, Genesis 37:1-36)?
  • Wat zou er nu gaan gebeuren, denk je? Wat zou Jozef gaan doen met zijn broers?

Beleef waardevolle gezinsmomenten met de Samenleesbijbel

Deel dit bericht

Laat je verder inspireren

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Hidden
Hidden
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.