Wat een kleine jongen ons op kerstavond leerde
De meeste kinderen in ons land zijn niet gewend om naar de kerk te gaan, maar met Kerst wordt daar soms een uitzondering op gemaakt. Dan vieren mensen Kerst graag ook in een kerk. Doorgaans is zo’n dienst voor volwassenen, of voor gezinnen, maar in onze Kinderkerk is er elk jaar een kerstdienst helemaal bedoeld voor kinderen. Natuurlijk mogen ook ouders en grootouders meekomen, maar zij zitten achterin.
De kinderen weten vaak nog niet zo goed wat er in een kerk gebeurt. Moet je de hele tijd op je stoel blijven zitten? Wat doe je als je bidt? En wat heeft Jezus met geloven te maken?
Kinderkerk
Zo hebben we weer onze jaarlijkse Kinderkerk rond 25 december. Aan het eind van de middag, zodat het niet te laat kan worden voor de kinderen. Maar het is wel donker buiten. Bij de ingang van de kerk staan mooie, brandende vuurkorven die een prachtige blik geven op de alpaca’s die zijn geregeld voor de levende kerststal bij de ingang van de kerk. En binnen staat op het podium de kerstboom te pronken en zitten er tientallen waxinelichtjes in potjes van jam en babyvoeding die de hele zaal verlichten.
Een paar honderd kinderen en hun ouders komen verwachtingsvol binnen. Wat gaat er binnen gebeuren? Maar dan worden de kinderen tegengehouden door twee grote jongens, verkleed als Romeinse soldaten. Ze moeten zich wel eerst inschrijven voordat ze naar binnen mogen. Sommige kinderen vinden dit zo spannend dat ze bijna niet naar de tafel durven lopen waar ze hun naam op een vel papier kunnen schrijven. Maar iedereen gaat uiteindelijk naar binnen.
Meetellen
Binnen loopt een man uit de kerk, verkleed als keizer Augustus. Hij loopt streng kijkend de kerk rond. Zijn rechterarm beweegt over de kinderen die er al zitten. Zijn mond prevelt. Het lijkt alsof hij aan het tellen is. Dan loopt hij het podium op en begint de kerkdienst.
De kinderen horen dat ze allemaal meetellen, wie ze ook zijn. Jozef en Maria moesten naar Betlehem om te worden geteld. Ze waren maar gewoon en telden niet mee. Maar God had voor hen een bijzonder plan. Ze zouden een baby krijgen. Ze moesten Hem Jezus gaan noemen, wat ‘redder’ betekent. Hij zou de mensen laten weten dat iedereen meetelt voor God.
De keizer is inmiddels van het podium af. Maar daar zijn Maria en Jozef! Voor hen staat een houten kratje waarin een prachtige babypop ligt, geleend van Annelotte. In frisse, witte hydrofiel-luiers, eromheen gebonden door Annelottes moeder.
Kleine jongen, groot voorbeeld
Als de dienst is afgelopen, gaat iedereen naar de tafels waar warme chocolademelk, kerstkransjes en kerstsnoepjes worden aangeboden, behalve één kleine jongen van een jaar of zes en zijn moeder. Schuchter loopt hij op Jozef en Maria af, die nog op de strobaal op het podium zitten. Hij loopt een beetje verscholen achter zijn moeder. Hij durft het zelf niet te vragen. Hij laat het zijn moeder doen: of hij Jezus even mag vasthouden. Dat wil hij zó graag! De hele dienst heeft hij op dit moment gehoopt en het afgewacht, vertelt zijn moeder. Terwijl alle kerkgangers chocolademelk aan het drinken zijn, krijgt dit jongetje van Maria haar Kind in zijn armen. Heel eerbiedig en voorzichtig houdt hij de babypop vast. Zo staat hij een tijdje in gedachten verzonken en kijkt voortdurend naar de pop in de luiers. Ontroerd kijken Maria en Jozef mee. Heeft Jezus als volwassen man het later niet zelf gezegd: Kinderen zullen ons voorgaan in het Koninkrijk. Een kind als voorbeeld voor ons volwassenen: vol van geloof, vol van verwondering, vol van de Redder van onze wereld.
Lucré de Man-van Putten werkt bij het Nederlands Bijbelgenootschap aan de kinderdienstmethode Bijbel Basics en andere kinderproducten.